Coalitiepartijen D66, VVD en CDA willen dat ON! snel van de buis gehaald wordt

De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) wil voor de derde keer een boete opleggen aan omroep Ongehoord Nederland (ON!), wegens het 'opnieuw schenden van de journalistieke code’. Dat maakte de raad van bestuur van de NPO gisteren bekend. Tevens zal worden nagedacht over de toekomst van ON! in het publieke bestel, zo gaf de raad aan. “De raad van bestuur zal zich beraden of er een verzoek aan de staatssecretaris zal worden gedaan om de voorlopige erkenning van ON! in te trekken.”

De intentieverklaring van de NPO om ON! te verbieden werd door de partijen D66, VVD, CDA en PvdA in de Tweede Kamer met instemming begroet.

“D66 vindt dat de plek van Ongehoord Nederland in het publieke bestel onhoudbaar is geworden. De journalistieke code en mediawet wordt nog altijd stelselmatig geschonden. Tijd dat de NPO optreedt,” reageerde Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma van D66.

Ook de VVD en het CDA zouden het liefst zien dat ON! verdwijnt. VVD-Kamerlid Pim van Strien: "Er is sprake van een impasse op het Mediapark die doorbroken moet worden. Het kan niet zo zijn dat we drie, vier, vijf sancties krijgen en de NPO niet overgaat tot de stap naar het ministerie."

De PvdA sluit zich bij de drie coalitiepartijen aan en wil dat staatssecretaris van Cultuur Gunay Uslu (D66) de opdracht geeft om de zendvergunning van ON! in te trekken. PvdA-Kamerlid Mohamed Mohandis wil de reactie van de NPO niet langer afwachten en wil dat staatssecretaris Uslu de vergunning nu al intrekt conform de wet.

Politieke afrekening

Ongehoord Nederland zelf vindt dat het NPO-bestuur ‘de democratie aanvalt’, reageert de omroep op de website.

“Ongehoord Nederland interpreteert het voorgenomen besluit van een derde sanctie door het NPO-bestuur als niet constructief en als een openbaring van de intentie om omroep ON! van de buis te halen,” vindt ON!. “Het is duidelijk dat de rechtse boodschap van ON! niet goed valt bij de NPO.

“Deze stap onder leiding van NPO-voorzitter Frederieke Leeflang kan vrijwel niet anders worden gezien dan als een politieke afrekening van een omroep die met zijn missie en visie een groot deel van de Nederlandse bevolking bedient. Het gedrag van het NPO-bestuur past niet in een volwassen democratie waar persvrijheid het hoogste goed is.”