Regering Zelensky laat grootste oppositiepartij verbieden

"Op 20 juni heeft het Achtste Administratieve Hof van Beroep in Lviv een door het ministerie van Justitie aangespannen rechtszaak gegrond verklaard en de politieke partij Oppositieplatform - Voor het Leven (OPPL) verboden," meldt de Chesno-beweging, een organisatie die burgers aanspoort om politieke corruptie te bestrijden en de autoriteiten te controleren. De rechter besloot dat alle bezittingen, geld en eigendommen van OPPL aan de staat zullen worden overgedragen.

‘Anti-Oekraïens’

De activiteiten van OPPL werden in maart opgeschort nadat ze ervan beschuldigd was medeplichtig te zijn met Rusland en ‘anti-Oekraïens’ te zijn. Volgens de aankondiging werd de partij ervan verdacht ‘de soevereiniteit’ van Oekraïne te ondermijnen. Eerder liet de regering van Zelensky om dezelfde reden tien andere politieke oppositiepartijen verbieden, waaronder de Partij van Shariy en de Oppositieblokpartij.

Vorige maand ondertekende president Zelensky een wetsvoorstel dat het groene licht gaf om elke partij te verbieden die het regeringsbeleid inzake de Russische invasie betwistte, en dat rechtbanken de bevoegdheid gaf om zonder recht van beroep beslag te leggen op activa.

Oppositie uitgeschakeld

Het verbod betekent dat de belangrijkste binnenlandse politieke oppositie van president Volodymyr Zelensky nu is uitgeschakeld. De OPPL was de op één na grootste partij van het land en haar populariteit overtrof vorig jaar die van Zelensky's partij Dienaar van het Volk.

De leider van de partij, Viktor Medvedchuk, werd vorige maand onder huisarrest geplaatst en zou nu naar verluidt een aanklacht wegens hoogverraad boven het hoofd hangen.

Medvedchuk beweert dat hij alleen maar de belangen van het Oekraïense volk behartigt, door te streven naar betere betrekkingen met Rusland. In Oekraïense media wordt hij echter afgeschilderd als een 'vriend van de Russische dictator Vladimir Poetin'.