Lightbox Image
Afbeelding:
Columns 18 oktober 2022

Column: De vernauwing van de aandachtsfocus

Huibrecht Boluijt
Gezondheidspsycholoog
2022 09 07 Columns HB
5:30

Vorige week had ik een date. In een fraai Utrechts restaurant, waarvan de neogotische stijl me deed denken aan een oud stationsgebouw, ontmoette ik een opgewekte directrice van een basisschool. Want enthousiast zijn die mensen altijd. Naast koetjes, kalfjes, bloemetjes en bijtjes spraken we over de grote verantwoordelijkheid die onderwijsmensen dragen bij de vorming van het besef van jonge mensen over hoe de wereld in elkaar steekt. Een precaire zaak. Vooral in onzekere tijden.

Naast de aanstekelijke welbespraaktheid trof mij nog meer de beperkt kritische blik op politiek en samenleving: “WEF? Nooit van gehoord. Davos? Geen idee. Dreiging van een controlemaatschappij? Huh, wat bedoel je? Mondkapjes, knuffelverbod en angstcultuur schadelijk voor jonge kinderen? Tja, hogerhand hè.” Ze is geen eenling. Velen zijn kritiekloos volger van wat de media en overheid ons aan waarheden in de maag splitst. Zelden vanuit domheid of onverschilligheid maar vaak door een overkill aan stress, wat ervoor zorgt dat men zich afsluit. Daar waar het gesprek met andersdenkenden verlichting en inzicht kan brengen, ontloopt men uit angst de als negatief ervaren lading.

Dit fenomeen wordt beschreven in de zogenaamde broaden-and-build-theorie. Bij negatieve emoties versmalt onze aandachtsfocus. En ons repertoire aan gedachten en acties raakt beperkt tot stereotypisch vecht- en vluchtgedrag – vandaar het polariserende discours. Het primaire brein domineert, waardoor we wel minder energie verbruiken en sneller handelen dan via het bewuste systeem, maar het nadeel is dat dit onderbewuste systeem niet in staat is tot intelligent redeneren en beslissen. En dat vermogen is nu juist voor het overleven in onze overcomplexe wereld vereist. Deze permacrisis is daarom voor hen die op macht of winst uit zijn het ideale moment om ons via mainstream media, voorlichting- en reclamespots tal van opportune data en wetenschappelijke perspectieven voor te schotelen. Het afgestompte gros van de mensen slikt die boodschap, hoe bitter ook, voor zoete koek. Aangeboden in een verhaal van medemenselijkheid creëert men het sentiment dat zij die deze ‘bezorgdheid’ niet waarderen dom of egoïstisch zijn.

Bij positieve emoties verbreedt ons blikveld en hebben we onze aandacht, ons handelen en ons vermogen tot kritisch redeneren meer onder controle. Dat zagen we deze zomer toen de corona-stress afnam. Mensen ontspanden daar waar zij eerst gretig hadden toegehapt in de retoriek over de als gezonde kost aan de man gebrachte – grotendeels ineffectieve – maatregelen. Door het voortdurend vluchten van angst-stress had de overheidscampagne een verslavend effect op velen. Dat fenomeen dreigt opnieuw. Langzaamaan sijpelt angst weer de media in. Vragen als ‘waarom dacht ik wat ik dacht, vond ik wat ik vond’ en deed ik wat ik deed?’ verdwijnen stilaan weer naar de achtergrond. Het is daarom dat irrationele bedoelingen elk moment weer voet aan de verstandelijke grond kunnen krijgen. In alle crisissen wordt duidelijk wat langdurige spanning met ons doet: het put uit en traineert het denken.

Overlevenden van de Tweede Wereldoorlog erkennen dat zij in de aanloop naar die oorlog in het geheel niet bezig waren met het geopolitieke en monetaire klimaat, waarin zich onder andere het nazisme kon wortelen. De lastige jaren ’30 ontnamen ze de bredere kijk op dreiging. Men was bezig met overleven en onrust was iets van ‘ver van mijn bed’. Zelfs veel Joodse mensen ontkenden het gevaar wat kleefde aan de toenemende uitsluiting. En niet-Joodse landgenoten waren bijna allemaal onverschillig: “Het zal wel een keer overgaan.” Evenals nu plaatsten weinigen de concrete gebeurtenissen in een groter perspectief. Leidraad was het geloof in God of de beschermende overheid. En zelfs toen duidelijk werd dat deze overheid op de vlucht sloeg en ook God niet oplette toen mensen in kampen en aan het front werden afgeslacht, was het in Nederland nog steeds zo triest gesteld dat slechts een kleine 5 procent van de burgers zich op enigerlei wijze verzette en maar liefst 90 procent zich nog altijd niet verroerde. Het restje collaborateurs had tenminste nog wel het bedenkelijke ‘lef’ om richting te kiezen, hoe verwerpelijk die ook was.

Ook nu kijken weinigen, in beslag genomen door alledaagse drukte, naar binnen of naar buiten. Exact dit vormt de grootste bedreiging van onze vrijheid. Dapperheid en moed als uitingen van moreel zelfbewustzijn zitten niet iedereen in het bloed. Angstig en passief stopt men vingers in de oren om te voorkomen dat men in conflict komt met het geïnternaliseerde beeld van de veilige wereld of met de tijdelijke ‘eigenaren’ van de waarheid: wat niet weet wat niet deert. Zelfs vertrouwen in een verwerpelijk gezag biedt houvast. Alles wat daaraan knaagt geeft spanning. Om dat en ook om afwijzing uit de geaccepteerde groep te voorkomen gaat men gedoe met de buitenwereld uit de weg en verdringt men de realiteit. Wie dat benoemt drukt op de pijnlijke plek van zelfloochening in het geweten en moet zwijgen. Velen voegen zich onbewust naar foute leiders die een ideologie dicteren die zelfs benevens elke logica, moraal en medemenselijkheid handelt en waarbij bovendien beetje bij beetje het bestaan van kritische geluiden als iets abnormaals wordt beleefd.

Opportuun als men is kleurt men voor het in stand houden van het eigen ego op een later tijdstip de waarheid gewoon weer naar het op dat moment wenselijke narratief. De afgelopen maanden sprak ik mensen die beweerden zelden hun mondkapje te hebben gedragen of de booster hadden weggewuifd. Toen de spanning verdween spraken ze uitvoerig over hun ‘dapperheid’. Ze jokten. Het doet me denken aan het satirische stuk ‘Wo ist der Bahnhof’ uit 1985. Van Kooten en De Bie spelen daarin broers die terugblikken op hun heldhaftige oorlogsjaren. De moraal van het verhaal is dat velen achteraf beweren – en ervan overtuigd zijn – voorvechter van recht, vrede en moraal te zijn geweest; voor niemand bang. De eerder genoemde percentages verklappen hun ongelijk. Dapperheid voorwenden lukt beleidsbepalers niet. Om die reden volgen zij met geveinsde zelfverzekerdheid rigide hun spoorboekje van crisis naar crisis. Uit angst dat als de voortdenderende trein stopt zij de ‘prijs’ moeten gaan betalen voor het verkeerd gekozen traject. Wie wel aan de politieke noodrem gaat trekken blijft de vraag. Of is het hopen op een allesvernietigende crash die de grote massa uit hun collectieve coma helpt?

Met de directrice is het niets geworden. Onze ‘reis’ was gedoemd te mislukken. Geen gedeeld spoor, elk een ander vergezicht. De verdeelde samenleving laat zich overal voelen. In dit geval een handige scherprechter. ‘Wachten tot het rode licht gedoofd is’, had hier geen enkele zin.

Huibrecht Boluijt (Dinteloord, 8 januari 1967) behaalde zijn doctoraal in de Gezondheidspsychologie. Hij is vrijgevestigd psycholoog en therapeut in Middelburg. Als columnist, opiniemaker en spreker deelt hij, vaak met psychologisch-wetenschappelijke duiding, vlijmscherp zijn perspectief op wat er om ons heen gebeurt.

Als wij niet meer kunnen doen wat nodig is, wie doet het dan wel?
Blijf ons steunen, juist NU!
Juist nu blijven uitspreken

Reacties

Hier kan je discussiëren over het nieuws, vragen stellen en inhoudelijk iets bijdragen aan artikelen.
Cookies op deze website